Perspectief tekenen is tekenen met diepte. Om diepte in je tekening te krijgen is het belangrijk dat je de basisprincipes van lijnperspectief kent. Dit leg ik hieronder uit.
Om diepte in je tekening te krijgen is het belangrijk dat je de basisprincipes van lijnperspectief kent. Het leuke is, is dat iedereen de basisprincipes kan leren. Met de basisprincipes kan je diepte zo simpel of ingewikkeld maken als je zelf wilt.
Hieronder zal ik je uitleggen wat de basisprincipes van perspectief tekenen zijn. Maar maak eerst kennis met een paar begrippen.
Begrippen perspectief tekenen
Er zijn twee belangrijke begrippen voor het tekenen in perspectief. Dit zijn “ooghoogte” en “verdwijnpunten”. Bij perspectief tekenen is het belangrijk dat je deze twee begrippen kent en kunt toepassen.
Ooghoogte
Ooghoogte is de hoogte waarop je ogen iets zien. Klinkt logisch toch? Ga je in je huiskamer op je hurken zitten, dan zie je alles heel laag. De eetkamertafel en stoelen zie je dan van onderaf. Ga je op een ladder staan, dan zie je van alles van bovenaf.
De ooghoogte wordt altijd als een rechte, horizontale lijn getekend. Ooghoogte wordt ook wel eens “horizon” genoemd.
Verdwijnpunten
Verdwijnpunten zijn denkbeeldige punten op de ooghoogte lijn. In deze punten komen doorgetrokken parallelle lijnen van rechthoekige voorwerpen samen. Dit klinkt een beetje ingewikkeld, maar ik zal je straks een voorbeeld geven. Een voorbeeld zal veel meer duidelijkheid geven. Verdwijnpunten worden ook wel “vluchtpunten” genoemd.
Perspectief met 2 verdwijnpunten
In perspectief tekenen met 2 verdwijnpunten is al ingewikkelder dan met 1 verdwijnpunt. Voor 2 simpele huisjes heb je veel vluchtlijnen nodig.
Wat is nou het verschil met 1 verdwijnpunt?
Bij het gebruik van 2 verdwijnpunten, zie je 2 zijkanten van de voorwerpen. Wanneer je 1 verdwijnpunt gebruikt, zie je maar 1 zijkant van het voorwerp.